Energie brokken
Een celletje dat kan verteren.
Reageert op:
Temperatuur ​
Licht
Vertering vind plaats door bacteriën, enzymen en zuurstof.
Het gaat hier om de fase waarin de energie-het voedsel wordt verteerd.
In deze fase worden de organen voor het verteren ontwikkeld.
Hier gaat het voornamelijk over de wortels en stengel.
Er zijn min of meer 3 soorten wortels.
De pen wortel die diep en naar beneden gaat.
De zij wortel die zijwaarts gaat en de bij wortel die vaak veel en dunnere wortels heeft.
Doornen of stekels
Doornen zijn verbonden met het innerlijke van de plant. Stekels liggen er boven op.
Doornen horen bij de eerste fase stekels bij de 2e specialisatie, stekels bij de 3e.
Voeding
Voor de mens zijn er 3 soorten voeding die geen interne bewerking nodig hebben..
Dit zijn;
Glucose, mineralen, vitamines (en water)
Alle andere voeding heeft enzymen nodig om het om te zetten naar kleine stofjes
In de planten komen ze naar voren als glycosiden, saponinen en alkaloiden
Glycosiden zijn sterk laxerend in de darmen door aan de ene kant de wateropname te verhinderen en aan de andere kant de dikke darm beweging te stimuleren.
Saponinen hebben in de darmen een gunstige werking, ze werken schurend en reinigend.
Ze zorgen voor oplossing en uitscheiding zijn slijmoplossend, reinigend, ontstekingsremmend en vocht afdrijvend
Alkaloïden kunnen een psychoactief effect hebben en worden gebruikt om die reden. Bekende voorbeelden hiervan zijn psilocybine (truffels en paddo's), cocaïne, cafeïne, nicotine en morfine ze kunnen een toxische werking hebben op het zenuwstelsel.
​
Terpenen zijn stoffen die een kalmerende werking hebben en fenolen zijn stoffen die een antiseptische werking hebben.
Waarschijnlijk behoort de oorspronkelijke functie van de Hypothalamus tot dit systeem.
Dit is het diepste en eerste systeem. Hoogstwaarschijnlijk betreft dit het dag-nacht ritme en het maag-darm kanaal met de organen die de energie verwerken. Het regelt de lichaamstemperatuur, de hartslag ademhaling, bloeddruk en spijsvertering, honger en dorst.
Later in de evolutie is het ook een rol gaan spelen in de aansturing van de klieren zoals de schildklier, de bijnieren en de geslachtsklieren. Daarmee ook de aansturing van de hormonen die hun oorsprong vinden in die klieren.
​
Mogelijk zegt de structuur, de plaatsing en de dichtheid van de wortel en de stengel iets over het maag, darm stelsel met al zijn organen.